Elke werkgever die arbeiders of leerling-arbeiders tewerkstelt, is aangesloten bij een vakantiefonds waarvan de bevoegdheid overeenkomt met de activiteit van de onderneming. Over het algemeen valt deze bevoegdheid samen met deze van het paritair comité waar de onderneming van afhangt.
Wanneer een onderneming door meerdere activiteiten gekenmerkt wordt, is het de hoofdactiviteit die bepalend is om de onderneming van een paritair comité te laten afhangen.
Een onderneming, gekenmerkt door meerdere activiteiten en aparte, juridische entiteiten, valt onder verschillende paritaire comités. De onderneming moet zich dus aansluiten bij de vakantiefondsen die overeenkomen met de verschillende paritaire comités waarvan ze deel uitmaakt.
De onderneming die onder geen enkele welbepaalde activiteitensector valt of die geen welbepaalde categorie van werknemers tewerkstelt die onder een bijzonder vakantiefonds vallen, is aangesloten bij de RJV.
Voorbeelden: kleding en confectie, glas, wegvervoer, tuinbouw, kappers…
Er bestaan twee uitzonderingen op deze regel:
- de ondernemingen die de voedingshandel als activiteit hebben en
- de papierverwerkende en de grafische nijverheid.
Ze kunnen zich ofwel bij de RJV ofwel bij het bevoegd vakantiefonds aansluiten.
De werkgever moet geen enkele specifieke stap ondernemen om bij een vakantiefonds aangesloten te worden.
De aansluiting gebeurt immers automatisch op basis van de 1ste aangifte die gedaan wordt bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Hierop staan de gegevens vermeld over de lonen en de arbeidstijd van de arbeiders die de werkgever tewerkstelt.
Het beheer gebeurt via een informaticatoepassing op basis van de:
- activiteitscode van de werkgever (toegekend door de RSZ)
- of de bedrijfscode (code NACE) die op Europees niveau bepaald wordt.
De arbeider ontvangt op die manier automatisch zijn vakantiegeld.
De Richtlijnen betreffende de aansluiting van de ondernemingen bij de vakantiefondsen (40.86 KB) "pdf". definiëren diverse beheerregels.
Deze richtlijnen worden door de RJV gevolgd om de bevoegdheden van de vakantiefondsen te bepalen. Een werkgever kan een deel van zijn werknemers aangesloten hebben bij een vakantiefonds en een ander deel bij een ander vakantiefonds.
De werkgever moet in het arbeidsreglement het vakantiefonds waarbij hij aangesloten is vermelden.